De wetgeving rond welzijn is door de jaren heen sterk geëvolueerd. Plezier was lang iets voor buiten het werk. Medewerkers wilden zo snel mogelijk op vervroegd pensioen omdat ze dan eindelijk zouden kunnen toekomen aan de leuke dingen van het leven. Werken was een plicht – een last – en de veiligheid van een vaste baan gold als het hoogste goed. De laatste decennia groeide ook het besef dat het beeld van werk als last te eenzijdig is.
Werken is van een zware plicht uitgegroeid tot een activiteit die kleur en betekenis geeft aan het leven.
In de wet en bij de bedrijven is men niet alleen bezig met het proberen terugdringen van absenteïsme maar is er ook meer en meer aandacht voor positieve zaken, zoals groei, werkplezier en draagkracht.
In België is elke werkgever bij wet verplicht om het welzijn binnen zijn bedrijf te bevorderen. Dat gebeurt door risicopreventie, collectieve en individuele beschermingsmaatregelen, opleiding en informatie aan de werknemers. Om mogelijke risico’s voor de werknemers op te sporen, moet de werkgever een interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk inschakelen.
In 2014 werd de Welzijnswet uitgebreid door ook de stressgerelateerde problemen op het werk door de werkgevers te laten waarborgen. Ze zijn verplicht de nodige maatregelen te nemen om de psychosociale risico’s te detecteren, te voorkomen of te zorgen voor zo weinig mogelijk schade. Daarbij werd ook burn-out expliciet opgenomen. Kortom, de hele context is verschoven naar een structuur waar zoveel mogelijk mensen kunnen werken en aan het werk kunnen blijven.
Al deze veranderingen leiden er vaak toe dat men gelukkig wilt zijn op de werkvloer. Gelukkig zijn. Het is iets waar we allemaal naar streven. Maar geluk is moeilijk te vatten. We kunnen het onszelf noch anderen opleggen. Het is afhankelijk van ontelbare factoren. Het kan plots onze weg kruisen, en dan weer verdwijnen als een dief in de nacht. Sommigen hebben het van thuis uit meegekregen, anderen vinden het bij de partner van hun leven. Nog anderen blijven er hun leven lang naar op zoek. Ook op het werk mogen we van geluk spreken als we kunnen werken met blije en gemotiveerde medewerkers. Zij krijgen de dingen voor mekaar, tillen hun collega’s op naar een hoger niveau. Ze tellen geen uren, wel grote en kleine successen. Op het werk spreken we niet echt van geluk, wel over welzijn. Het is slechts een nuanceverschil. Het gaat over materiële en immateriële tevredenheid. Als werkgever of leidinggevende ben je niet verantwoordelijk voor het geluk van je medewerkers, wel voor hun welzijn én voor het garanderen van de best mogelijke werkcondities. Het is een win-win-win (werkgever-medewerker- klant) voor iedereen.
Het uitgangspunt is dat de werkgever verplicht is om de meest optimale werkcondities te garanderen voor elke werknemer waarin elke werknemer –als een goede huisvader- zijn arbeidsovereenkomst nakomt en dus in deze meest optimale werkomstandigheden inspanningen levert om tot zijn volle potentieel te komen.
HOE BOUW JE EEN WELZIJNSBELEID DAT AL DEZE ELEMENTEN UITDRAAGT?
HOE ZORGT JE VOOR EEN BUSINESS PLAN WAAR DE RETURN-ON-INVESTMENT HELDER BESCHREVEN STAAT?
HOE INTEGREER JE EEN WELZIJNSBELEID IN DE STRATEGISCHE KEUZEN VAN JE BEDRIJF?
HOE INSTALLEER JE DE JUISTE MINDSET IN HET MANAGEMENT?
HOE BOUW JE DRAAGKRACHT BIJ DE MEDEWERKERS?
Deze en nog vele andere vragen worden beantwoord in de 6-daagse opleiding tot chief happiness officer. Je krijgt er de laatste (wetenschappelijke) inzichten en je bouwt je eigen business plan uit. Je krijgt vaardigheden aangeleerd om draagkracht te verhogen en alle neuzen in dezelfde richting te zetten en te houden.
Wil je alvast een voorproefje? Duik dan in het onderstaande materiaal.
- Koop het boek
- Podcast ivm innovatieve werkvormen
- Podcast lancering CHO